Wanneer Grace elf jaar is, wordt zij aangevallen door wolven. Ze is te verzwakt om zich te verzetten, de wolven trekken aan haar en willen haar verscheuren, maar dan is daar een wolf. Haar wolf. Hij redt haar.
In de jaren die voorbijgaan denkt ze maar aan een ding. Haar wolf. Ze zoekt hem altijd, in de winter is hij er, maar in de zomer is de wolf ieder jaar afwezig. Ze kijkt daarom het meest uit naar de winter. Wanneer een jongen van school wordt ‘gedood’ door wolven, begint de jacht op de wilde beesten. Het is de dag dat zij haar wolf ontmoet, een jongen, naakt op haar veranda.
In het begin van Huiver werd ik direct Grace’ wereld in getrokken. Hoofdstuk 1 heb ik meteen twee keer gelezen, omdat ik deze zo mooi vond. Maggie Stiefvater heeft een erg fraaie schrijfstijl, en schrijft beeldend. Ik kon me de omgeving goed voorstellen, zeker ook met de constante koud en de sneeuw. Ik kreeg het bijna zelf koud. Brrr. Knap van Stiefvater om dat zo over te brengen.
Ik vond het daarom erg jammer dat hoe verder ik in het verhaal kwam, hoe moeilijker ik me ertoe kon zetten om het te lezen. De personages kwamen plat over, ze praatten allemaal hetzelfde en ze hadden geen eigen identiteit. Terwijl ik de omgeving heel goed kon visualiseren, hadden de personages niet echt een gezicht. Erg jammer, want als Stiefvater de personages beter had uitgewerkt, was het boek stukken beter geweest. Ook zaten er nogal wat gaten in het verhaal: Sam verandert als het koud is naar een wolf, maar wanneer hij wordt neergeschoten in de barre koud, wordt hij opeens een mens? Waarom wordt Grace geen wolf, terwijl ze al meermalen is gebeten? De ouders van Grace merken in al die weken niet dat er een jongen in Grace’ bed slaapt, dat hij daar douchet? Goed, zo kan ik nog wel even doorgaan. In ieder geval hoop ik dat Stiefvater in het tweede deel alles wat beter uitwerkt, en ik ben benieuwd wat voor reden ze geeft voor het feit dat Grace niet verandert.
Daarnaast vond ik Huiver wat uitleggerig, en was het middenstuk erg saai: ‘Kom we gaan een quiche bakken’ (Ik kan ook in een kookboek lezen hoe dat moet). Ik wil zeker niet helemaal negatief over dit boek praten, want het eind vond ik weer heel erg mooi, het maakte meteen het middenstuk goed. Ik deed het boek ook enigszins tevreden dicht. Daarbij is de manier waarop de wolven transformeren erg origineel, weer eens een andere kijk op het weerwolfthema.