De afgelopen weken hebben we jullie al voorzien van vele, leuke schrijftips. Vandaag is het tijd voor de strijd in het verhaal! Elk verhaal heeft een conflict (ook wel confrontatie of intrige genoemd) nodig. Men zegt wel eens zonder personages geen conflict, zonder conflict geen verhaal. Je kunt nog zulke boeiende, interessante personages bedacht hebben in een fantastische setting, maar als ze geen conflict hebben (met iets of iemand) dan is er geen sprake van een verhaal maar van een verslag.
Nu zijn er veel conflicten waar je personage(s) mee te maken kan (kunnen) krijgen. Je zou bij wijze van spreken ter plekke conflicten kunnen verzinnen. Leef je uit en verzin een uitdagend conflict.
Intrapersoonlijke conflicten
Dit zijn conflicten die uit het personage zelf komen. Het personage kan een psychisch probleem hebben, last hebben van een demon of noem maar op.
Interpersoonlijke conflicten
Dit zijn conflicten die je personage heeft met andere personen. Dat kan variëren van huis tuin en keuken jaloezie die uitmondt in een ruzie, tot een concurrentiestrijd tussen sporters/collega’s/broers en/of zussen enz, tot ware gevechten tussen vijanden.
Conflicten met schurken
Hier gaan de meeste verhalen over. Het najagen van een moordenaar of een ander soort boef c.q. crimineel. In deze verhalen komt vaak recherche, politie en/of detective(s) aan te pas. Zij moeten ervoor zorgen dat het recht zegeviert en de misdadiger in de cel belandt.
Conflicten met gezagdragers
Omgedraaid kan het ook. De ‘gewone’ mens heeft een conflict met gezagdragers, zoals ouders, werkgevers, politie, overheid etc. Denk er maar eens goed over na. Het (onterechte) huisarrest dat je van je ouders gekregen hebt. Of het feit dat je vader jou of je moeder mishandelt. De promotie die je aan je neus voorbij hebt zien gaan, terwijl jij toch echt de beste papieren hebt, het hardst van iedereen werkt en de meeste targets haalt.
Conflicten met Moeder Natuur
Over dit conflict zijn prachtige verhalen te bedenken. Je wilt de wereld over varen maar komt in een storm terecht. Je bent met je vrienden aan het skiën en komt in een lawine terecht. Regen, wind, storm, droogte, lawines (sneeuw of modder), aardbevingen, tsunami’s, het zijn allemaal potentiële conflicten.
Conflicten met machines/mechaniek
Denk aan de film ‘De lift’ waar een bedrijf een microchip in de lift heeft gemonteerd en waar de (slimme) chip een eigen leven gaat lijden. Leef je uit en laat machines tot leven komen in je verhaal. Een robot, een computer, een lamp, een bus. Maak het zo gek je wilt en zaai paniek, dood en verderf of wat dan ook.
Conflicten met het bovennatuurlijke
Een geliefd onderwerp van vele jong volwassenen is het bovennatuurlijke. Wonderlijke krachten, spoken, aliens, het levert de mooiste boeken op. Ook hier geldt, leef je uit. Met daarbij een noot dat je natuurlijk ook weer niet moet overdrijven.
Als laatste nog een paar voorwaarden waar je conflict aan moet voldoen:
- Er moet sprake zijn van een belangwekkend probleem. Het hoeft niet perse een zaak van leven en dood te zijn maar het moet wel belangrijk zijn. Ook moet je het probleem niet kunnen uitstellen, anders is het niet interessant voor je verhaal en kan de lezer het probleem niet aanvoelen/begrijpen.
- Het probleem moet vanuit het personage komen. Het moet niet iets toevalligs zijn. Het moet uit het karakter van je personage komen.
- Je personages moeten aan elkaar gewaagd/gelijkwaardig zijn. Natuurlijk moeten ze van elkaar verschillen, maar de een mag niet zwakker zijn dan de ander anders word je verhaal ongeloofwaardig.
- Het conflict wordt gaandeweg het verhaal steeds een beetje groter. Meestal is er sprake van een reeks aan conflicten. Het begint met iets kleins en het wordt steeds groter. Ook moet er sprake zijn van meerdere conflicten. Je hebt natuurlijk een hoofdconflict, maar daarnaast komt je personage ook een paar kleinere conflicten tegen die ervoor zorgen dat het hoofdconflict niet zomaar opgelost wordt.
Met deze, en onze andere tips ben je ervan verzekerd de ingrediënten te hebben om van jouw verhaal een goed verhaal te maken. Schrijf, probeer tips uit, schrap, schrijf nog meer, schaaf en schrijf nog meer. Je zult zien dat je steeds beter wordt. Je verhaal steeds beter wordt. Zet ‘m op! Tot de volgende week. Tot nog meer tips!