Clichés, het is een veelvoorkomend probleem als je een verhaal aan het schrijven bent. Hoe vaak heb je al een boek gelezen waarvan je dacht: “Wauw, dit is compleet vernieuwend!” Ik kan de aantal keren op mijn handen tellen. In elk verhaal kom je het wel tegen; dat typische personage, een eeuwig voorkomende situatie of het o zo voorspelbare plot. Allemaal dingen die een uitgever niet graag leest en hem of haar er ook toe aanzetten het verhaal aan de kant te schuiven. Maar hoe pak je die clichés aan? Daar gaan we vandaag meer over leren.
Een meisje en een jongen die elkaar ontmoeten, eerst een hekel aan elkaar hebben of elkaar vreselijk raar vinden, maar langzaam voor elkaars goede kanten beginnen te vallen. Wanneer ze dan eindelijk samenkomen, gebeurt er iets vervelends (het meisje ontdekt dat de jongen een duister verleden heeft of de jongen hoort hoe het meisje eerst kwaadgesproken heeft over hem of hem belogen heeft- waardoor ze bijna niet bij elkaar komen. Toch overwinnen ze deze hindernis en op het allerlaatste moment komt het goed voor dit koppel. Zeg me niet dat je deze verhaalwending niet op z’n minst honderd keer hebt gehoord. Of de bovennatuurlijke twist; een meisje (of jongen) in een doodnormaal, saai stadje waar ze zich niet honderd procent thuis voelt. Dan arriveert er of ontmoet ze een nieuwe jongen, die meteen haar hart op hol laat slaan. Maar ze voelt dat er iets niet helemaal menselijk aan hem is en er gebeuren ook dingen die de mensen niet kunnen verklaren. Dan komt ze erachter: de jongen is een vampier/weerwolf/magiër/ondode/geest/ander bovennatuurlijk wezen. Cliché, cliché, cliché!
Het wordt tijd dat we de waarheid onder ogen zien. Hoe zit het nu met die clichés? Is er een manier om eromheen te lopen en een heel nieuw verhaal op poten zetten? Ik moet jullie teleurstellen, die manier is er niet. In een verhaal zullen altijd clichés zitten. Zelfs als je denkt de grote lijn van je verhaal helemaal uit je eigen fantasie gecreëerd te hebben, zit er toch op de een of andere manier iets in verworven dat je onbedoeld uit een ander boek/film/liedje of gewoon gesprek hebt gehaald.
En weet je waarom? Er bestaan gewoon geen nieuwe verhalen. Bram Stoker schreef in de 19e eeuw het eerste vampierverhaal “Dracula”. George Orwell creëerde met zijn toekomstbeeld over de wereld in de roman “1984” de eerste dystopie. En verhalen over heksen dateren al van uit de oude tijden. Toch kunnen wij niet ophouden over de magische Harry Potter reeks van J.K. Rowling en bewonderen we Stephenie Meyer omwille van de manier waarop ze het vampiergenre heeft aangepakt. Omdat ze er een geheel nieuwe draai aan geven! Zelfs alle “grote” schrijvers hebben clichés gebruikt, maar daarnaast hebben ze een twist aan het verhaal gegeven zodat ze uniek lijken. Ze zijn vooral zo goed omdat ze de clichés kunnen verbergen.
Dus wat hebben we hieruit geleerd? Allereerst dat nieuwe verhalen niet bestaan. Maar ook dat we met clichés niet moeten ontlopen. Meer zelfs, we moeten ze met open armen ontvangen en ze vanbinnen en vanbuiten leren kennen zodat we weten hoe we een verhaal origineel kunnen maken. Wees dus niet bang om een keertje de dief uit te hangen en een bepaald idee te stelen, want zo gaat het in het schrijverswereldje (: Maar geef jouw verhaal zo’n twist dat je het kunt verbergen.
Om af te sluiten nog twee tips om je eigen te maken met clichés.
1. Neem een dagje de tijd en verzamel alle boeken – uiteraard in welk genre je wilt schrijven – die je steengoed vindt. Ga na welk groot (en eventueel ook kleinere) cliché de schrijvers gebruikt hebben en op welke manier ze het zo uniek hebben gemaakt. Zo leer je niet alleen verschillende voordehandliggende clichés kennen, maar zie je ook hoe jouw grote voorbeelden ze verhuld hebben.
2. Lees eens wat boeken buiten het genre waarin je schrijft. Want steeds in hetzelfde genre lezen zorgt niet voor unieke, nieuwe ideeën! Zelf schrijf ik het liefst in het fantasy/dystopische genre, maar het lezen van een humoristische meidenroman werkt heel bevorderlijk voor mijn inspiratie.