Toen ik nog in Tarrytown was, met heimwee naar Nederland, werd mij verzekerd dat alles hier nog steeds hetzelfde was. Dat was misschien best zo, maar ik wilde het graag met eigen ogen zien. Eenmaal thuis merkte ik al snel dat ze wel gelijk hadden. Er is ook niets veranderd. Wat ik persoonlijk het opvallendste vond wat dat betreft, is dat ze zelfs in de kroeg nog dezelfde muziek draaien als voor ik wegging (met een paar huidige top 40 hits ertussen dan). De inwoners zijn nog steeds hetzelfde, met hun eigenaardige gewoontes en opvattingen.
Inmiddels ben ik een maand terug in Nederland en het begint een beetje te lijken alsof ik mijn hele New York reis gewoon heb gedroomd. Mijn familie en vriendinnen maken weer echt deel uit van mijn dagelijkse leven, en ik ben zelfs alweer begonnen met werken bij mijn oude baan. Het is best wel gek hoe snel je weer gewend raakt aan je oude leventje. De eerste dagen thuis waren wel raar, maar vanaf dag één leken die acht maanden in New York alweer ontzettend ver weg. Het enige wat we nu eigenlijk nog over hebben zijn ervaringen, herinneringen, foto’s en vrienden van over de hele wereld. Over dat laatste gesproken, iedereen zei tegen elkaar toen ze weggingen: “We gaan elkaar opzoeken!” Nou is dat een leuk idee, maar aangezien New York een flinke deuk in mijn bankrekening heeft geslagen, denk ik niet dat ik binnenkort zal afreizen naar bijvoorbeeld Mexico, hoe graag ik het ook zou willen. Gelukkig zijn er ook meiden die wat dichter bij huis wonen, denk aan Rotterdam en Friesland. Één van hen gaat trouwens in augustus terug naar New York waar ze nog twee jaar op een échte Amerikaanse college gaat studeren. Voor mij reden genoeg om te dromen van een bezoekje aan haar in Manhattan. Want ik mis de stad zeker. Alle unieke inwoners, de wolkenkrabbers, de geweldige winkels. Gewoon het feit dat ik niet meer even de trein kan pakken, een wandeling door Central Park kan maken, of op Fifth Avenue rond kan struinen. Het ging mij na acht maanden nog niet vervelen, en eigenlijk denk ik zelfs dat die stad me nooit zou kunnen vervelen. Ook al woonde ik er mijn leven lang. Wat dat betreft is mijn eigen dorpje toch wel heel anders…
Ik heb thuis al vrij snel mijn oude gewoontes weer opgepakt. En mijn dagelijkse leven ziet er weer precies uit zoals voordat ik wegging: lezen, werken, tv-series kijken, mijn tijd verdoen met stomme spelletjes op facebook en iedere dag even aan mijn blog werken. Mijn collega vroeg gister aan me: “En waar kijk je nu naar uit?” Want ik heb jarenlang uitgekeken naar mijn New York reis en nu is dat gewoon helemaal voorbij. Het was dan ook best een goeie vraag, en ik moest er ook wel even over nadenken. Maar hoewel ik niet meer zoiets enorms naar uit te kijken heb als voorheen, zijn het nu de kleine dingen waar ik heel erg zin in heb. Concerten die op de planning staan, de Volendamse Kermis waar het hele dorp eigenlijk wel naar uitkijkt, films en boeken die uitkomen, boekenfestijnen (waar ik nog nooit geweest ben, dus waar het nu echt tijd voor wordt) en noem maar op. Ik vermaak me wel!
Een bekend gezegde is: Uit het oog uit het hart. Dat gaat in sommige gevallen misschien best op, maar voor mijn tijd in New York heb ik een ander gezegde wat beter van toepassing is: You don’t know what you’ve got, until it’s gone..
3 gedachten over “Was het dan allemaal maar een droom?”
Thanks! Ik vond het ook heel leuk om de column te schrijven iedere maand 😀
We hebben fijn kunnen meegenieten. Dank je !! Warme groet, Mieke Schepens.
Leuk eindstuk!!!!