Drie dystopische verhalen van Nederlandse bodem. En alle drie zijn ze steengoed.
De rode boodschapper van Marieke Veringa vertelt het verhaal van de ene helft van een tweeling, Emma. In eerste instantie vraag je je af of je wel echt een dystopisch verhaal zit te lezen in plaats van iets uit de geschiedenis, tot het tot je doordringt wat er aan de hand is. Getto’s, het Rijk, zelfs de Führer; iets in de geschiedenis heeft ervoor gezorgd dat het doodnormaal is geworden.
Het eiland van Jen Minkman gaat over Leia die samen met alle andere kinderen op tienjarige leeftijd bij hun ouders weg gaan om op een ander gedeelte van het eiland te leven tot ze volwassen zijn. Ouders zijn in deze wereld onbetrouwbaar en zien hun kinderen alleen maar als een last.
In Het tribunaal van Lis Lucassen lijkt de wereld van Justa perfect te zijn en de manier van rechtspreken feilloos. Justa belandt per toeval in de jury die moet oordelen over een moordenaar. En de uitspraak lijkt eigenlijk overduidelijk.
Indrukwekkende dystopie
Dit is zoals elk dystopisch verhaal zou moeten zijn.
Veringa is erin geslaagd om met het eerste verhaal in deze bundel direct kippenvel op mijn armen te toveren. De rode boodschapper is ontzettend realistisch geschreven en doordat iedereen wel iets weet over de Tweede Wereldoorlog is het griezelig herkenbaar.
Waar het eerste verhaal me zo nu en dan de koude rillingen bezorgde, zorgde het tweede verhaal van Minkman ervoor dat ik op het puntje van mijn stoel kwam te zitten. Om vervolgens stijl achterover te slaan van verbazing.
Als je van verrassende plotwendingen houdt is Het eiland echt iets voor jou.
De hele bundel weet de spanning goed vast te houden, want ook het laatste verhaal van Lucassen is van begin tot eind aangrijpend. Het tribunaal heeft bovendien genoeg mysterie en een scheutje chemie om het hart van iedere romanticus sneller te doen slaan.
Vlot geschreven en heerlijk te lezen
Dat het drie korte verhalen in een bundel zijn, is zowel een voor- als een nadeel.
Aan de ene kant zorgt het ervoor dat het de verschillende verhalen niet aan spanning, snelheid en een vlotte schrijfstijl ontbreekt. Aan de andere kant zou je soms juist willen dat er meer rustmomenten zijn, waarin je de personages en de werelden beter kunt leert kennen.
De lengte van de afzonderlijke verhalen doet echter geen afbreuk aan het leesplezier en zorgt er juist voor dat ze als een trein lezen.
Vier en een halve ster voor In Opstand.