Iedere auteur heeft zo zijn eigen manieren en gewoontes. Daarom zul je waarschijnlijk van iedere auteur andere schrijftips krijgen. Dit zijn 14 tips waar ik zelf helemaal achter sta. Dingen die voor mij goed werken. Ik hoop dat je met deze leidraad jouw eerste bestseller schrijft! You can do it!
1. Lees handige schrijfbijbels. Boeken vol met tips. Niet alleen leer je hier wat van, ook raak je erdoor gemotiveerd. Ineens krijg je megazin om te schrijven.
2. Zet tijdens het schrijven je telefoon op stil of niet storen. Schakel desnoods je WiFi uit. Je wordt al snel afgeleid door berichtjes op Facebook, appjes en belletjes van vrienden, mailtjes die echt wel even kunnen wachten. Als je telefoon continu afgaat ben je niet meer geconcentreerd en zit je niet goed in je verhaal.
3. Begin. Er zijn twee typen mensen: zij die jarenlang zeggen dat ze iets (‘Ooit, als ik oud ben.’) gaan doen en zij die het daadwerkelijk doen. Wil je echt auteur worden? Schrijf dat boek. Je kunt niks fout doen, dus daar hoef je niet bang voor te zijn. Het is niet zo dat je iemand gaat opereren. Er zijn geen spiertjes en zenuwen die je moet ontwijken omdat anders iemand doodbloedt. Je schrijft gewoon een boek. Dus waar wacht je nog op?
4. Vertel je verhaal gewoon. Je boek hoeft niet meteen perfect te zijn. Niet iedere zin hoeft voort te komen uit een diepe gedachtegang. Hoe moeilijker je het maakt, hoe vervelender het zal zijn om te lezen. Dat moet lekker ontspannend zijn. Schrijven mag dat ook zijn. Ga een beetje achteroverzitten in je stoel en laat de personages hun werk doen. Je merkt vanzelf dat ze jouw zorgvuldig bedachte scènes heel brutaal overnemen, en dan heb jij soms nog maar weinig te zeggen. Eigenlijk is het hun verhaal. Personages zitten in jouw hoofd en jij in dat van hen. Hoe schizofreen dit ook mag klinken.
5. Schrijf elke dag. Al zijn het maar 500, 1000 of zelfs 2000 woorden. Blijf doorgaan. Zo creëer je een ritme en blijf je in je verhaal zitten. Ik weet uit ervaring hoe moeilijk het is om door tijdgebrek of een andere reden een tijdje te moeten stoppen. Daarna kijk je er heel erg tegen op om weer verder te gaan. Deze tip moet ik mezelf ook echt voorhouden.
6. Wees je eigen voicerecorder. Waar je ook bent, in de slaapkamer, op de wc of in de achtbaan, inspiratie komt negen van de tien keer op een ongewenst moment. Je kunt het niet altijd direct noteren, maar vaak gaat het om een kort idee of een bepaalde zin. Dit blijf ik in mijn hoofd herhalen totdat ik het ergens op kan schrijven. Ik ben namelijk echt een zeef.
7. Zorg ervoor dat je jouw personages door en door kent en dat ze allemaal iets eigens hebben. Zo weet je precies wie wat wel zou kunnen zeggen of doen en bij wie hetzelfde absoluut niet zou passen. Je personages moeten 3D zijn, echt tot leven komen. De lezer moet ze voor zich kunnen zien of zich met minstens één ervan kunnen identificeren. Hierdoor is het ook moeilijk om wanneer je met je boek klaar bent afscheid van ze te nemen.
8. Bepaal op welk moment je het liefst of het makkelijkst schrijft en hou dat in je planning. ’s Ochtends, ’s middags of ’s avonds. Misschien in je lunchpauze. Het kan allemaal. Maar ook hierin is het belangrijk om een ritme te vinden, zodat het een gewoonte wordt.
9. Lees veel, maar wanneer je aan je eigen boek bezig bent zo min mogelijk in je eigen genre. Onbewust neem je wel eens iets over, en die kans wordt veel kleiner als je totaal andere genres leest. Maar blijf wel lezen, dit werkt hoe dan ook inspirerend.
10. Laat je manuscript af en toe liggen. Kom je even niet verder? Zit je vast in je verhaal? Werken je personages je tegen? Ga iets anders doen. Wandelen, yoga, hardlopen, de hond uitlaten… In ieder geval bewegen. Dit stimuleert je en voordat je het weet komt er weer stoom van je vingers tijdens het schrijven. Een ander idee is een OV-dagje. Ga een hele dag in de metro, bus of trein zitten. Kijk om je heen. Observeer de mensen. Noteer wat je ziet. Vooral eigenaardige typetjes zijn leuk. Maar kijk ook naar wat ze doen, naar de simpele dingen. Dit helpt je allemaal om je personages zo veel mogelijk 3D te maken.
11. Neem nadat je de eerste versie van je manuscript af hebt een paar weken afstand. Alleen dan kun je het opnieuw lezen en zelf al errors in het verhaal opsporen. Kijk niet gek op als de vijfde versie pas de definitieve versie wordt. Soms moet het verhaal vanzelf verder groeien.
12. Zorg voor heel kritische proeflezers. Niet je vrienden en familie, want die vinden toch wel alles superdupergeweldig wat jij doet. Proeflezers liften jouw verhaal naar een volgende dimensie en laten je zien waar de zwaktes in zitten. Het is beter dat er in deze fase opbouwende kritiek komt dan wanneer je boek al in de schappen ligt. Aan de hand van hun adviezen kun je gaan herschrijven. Blijf net zo lang sleutelen tot je de beste versie uit je verhaal hebt gehaald die volgens jou mogelijk is.
13. Zorg ervoor dat je tekst foutloos is voordat je het naar een uitgever opstuurt. Ook al wordt het nog persklaargemaakt en gecorrigeerd en wordt er verder ook nog een hoop aan gesleuteld, op fouten word je afgerekend. Dit geldt ook voor je begeleidingsbrief en synopsis.
14. Vergeet niet van het proces te genieten! Je kunt maar één keer voor de allereerste keer een boek schrijven, dus *YAY*! Dit is superleuk! Echt, het is niet alleen maar stress, soms gaat het ook vanzelf.