Deze week interviewde ik niemand minder dan Carlie van Tongeren. Haar recentste boek is Het zusje van dat bij Blossom Books uitkwam. Dit boek staat bij de tien leestips van de Jonge Jury. Las jij al iets van Carlie van Tongeren? Laat het ons zeker weten!
Met welk boek debuteerde je?
Ik debuteerde in 2011 met een chicklit voor volwassenen: Pasta & passie. Ik schreef in totaal drie chicklits voor die uitgeverij, maar eigenlijk wist ik allang dat ik het állerliefst Young Adult wilde schrijven. In 2018 debuteerde ik bij Blossom Books met mijn YA Heerestraat & Rozenlaan.
Ben je momenteel bezig aan een nieuw boek? Welk? Wat kan je ons er al over vertellen?
Ja, ik schrijf momenteel mijn vierde YA voor Blossom Books. Geen shortie dit keer, zoals mijn laatste boek Het zusje van, maar weer een dikker boek zoals Heerestraat & Rozenlaan en Het meisjesmanifest. Het wordt weer een YA contemporary en staat gepland voor najaar 2021. Mijn hoofdpersoon gaat in haar eentje op reis na haar eindexamen, glansrijk gehaald, succesvol Instagram-account, alles lijkt haar goed af te gaan. Maar niet op reis. Daar krijgt ze last van o.a. angst en iets wat ik nog even geheim wil houden… Toen ik zelf in mijn eentje op reis ging, wist ik: hierover wil ik ooit een jeugdboek schrijven! Het is een onvergetelijke ervaring waarvan je enorm veel leert, over de wereld en over jezelf.
Wat zijn jouw 3 favoriete Young Adult boeken van het moment?
Ik moet eerlijk zeggen dat ik momenteel minder lees dan ik zou willen (vanwege kleine kindjes en omdat ik tijdens het schrijven van mijn eigen boek het lastig vind om YA te lezen). De YA’s die ik lees, zijn bijna allemaal van eigen bodem. Toppers in mijn boekenkast: De executie van Daniëlle Bakhuis, De academie van Astrid Boonstoppel en De geur van groen van Pamela Sharon. Vóór het schrijven van mijn shortie Het zusje van heb ik veel novelles gelezen, mijn favoriet tot nu toe: Maar ik ben jou niet van Nadine Swagerman.
Wie is jouw grootste schrijfinspiratie?
In de eerste plaats Carry Slee, haar boeken verslond ik vroeger. Zij schreef de boeken die ik zelf ook wilde schrijven: contemporary over heftige thema’s als mishandeling en pesten. Daarnaast is Maren Stoffels een inspiratiebron (en ook: een schop onder mijn kont). In 2005 las ik in een krantenbericht dat zij op 17-jarige leeftijd debuteerde met een jeugdroman. Ik was toen zelf 22 en dacht: waaaaaaaat?! Kom op, Carlie, maak eens werk van je droom!
Doe je nog een andere job, naast schrijven?
Ja. Sinds 2010 werk ik voor mezelf. Ik ben redacteur, ghostwriter en coauteur van non-fictieboeken en ik heb nog een klein administratiekantoor samen met mijn vader. Verder zijn er aan schrijver zijn ook andere leuke werkdingen gekoppeld, zoals schoolbezoeken.
Hield je vroeger van lezen?
Ja, ik was en ben er dol op. Op woensdagmiddag naar de bibliotheek gaan met mijn moeder en broer was een van mijn favoriete uitjes. Heerlijk om tussen die kasten te dwalen. Ik had al vroeg een duidelijke voorkeur voor realistische verhalen. In sommige kinderboeken kan echt alles, ik weet nog dat ik als kind al dacht: ja, maar dat kan toch helemaal niet? Haha! Ik hou van hoofdpersonages zoals jij en ik, in dit leven. Wat ik trouwens ook deed: ik herlas boeken die ik mooi vond heel erg vaak! Pas later realiseerde ik me dat ik daarmee al een beetje aan mijn schrijversdroom begon te werken, want goede boeken herlezen is zó leerzaam.
Waar zie je jezelf over vijf jaar?
Niet heel anders dan waar ik nu sta, want ik ben aardig op weg naar waar ik graag naartoe wil. Ik wil dan nog steeds YA contemporary schrijven voor uitgeverij Blossom Books en als coauteur meewerken aan interessante non-fictieboeken. Daarnaast hoop ik dan óók mijn andere grote schrijfdroom waargemaakt te hebben, namelijk scenarioschrijven.
DILEMMA
Voor altijd de ik-verteller gebruiken of voor altijd de alwetende verteller gebruiken in je boeken?
De ik-verteller! Sinds ik voor het eerst in de ik-vorm heb geschreven, kán ik gewoon niet meer anders. Dan voelt het te afstandelijk. Ik weet nog dat ik mijn debuut Heerestraat & Rozenlaan in de zij-vorm was begonnen en toen besloot: nee, dit is het niet. Al die hoofdstukken omzetten van ‘zij’ naar ‘ik’ was echt een takkenklus, maar ik ben zo blij dat ik dat toen heb gedaan. Daardoor voelde ik me veel sterker verbonden met Nina, mijn hoofdpersoon, en ik hoop dat dat ook voor mijn lezers geldt.
[Bron foto: Bianca Toeps]