Er zijn dagen waarop je urenlang doet over één alinea. De dagen waarop schrijven voelt als vaststaan in de file; er zit geen enkele beweging in en je weet niet hoe lang deze radeloosheid nog gaat duren. Kom je ooit nog wel verder?
Goed nieuws. Geen enkele vijand is onoverwinnelijk, zo ook de beruchte vijand van de schrijver: de writer’s block. Je hebt wel degelijk kans om hem te verslaan.
Hier zijn vijf schrijfmethodes die we vaak op de schrijfopleiding gebruiken om het witte vel papier voor onze neus wat minder wit te maken.
Freewriting / ‘vrijschrijven’
Freewriting, of ‘vrijschrijven’ zoals we het op de opleiding noemen, is een tactiek waarbij je in een bepaalde tijd vrijuit over alles schrijft wat er op dat moment in je opkomt zonder aandacht te besteden aan fouten, spelling of grammatica. Het is dus een soort brainstormen, maar dan in de vorm van één doorlopende zin.
Deze tactiek kan werken wanneer je een nieuw hoofdstuk eruit probeert te knallen, of simpelweg op zoek bent naar nieuwe ideeën voor het plot, een personage, de setting, bedenk het maar … Er is slechts één regel: zodra je je pen op papier zet, mag je hem er niet meer vanaf halen. Je blijft doorschrijven, zelfs als je het (even) niet meer weet. Pas als de timer is afgegaan, mag je woorden en/of zinsdelen wegstrepen die overbodig of irrelevant zijn. Of je simpelweg niet bevallen.
Het voordeel van deze tactiek is dat het je ideeënstroom vergroot. Veel schrijvers zijn namelijk nog té kritisch tijdens het schrijven. Hoe vaak druk jij wel niet op de Backspace-toets? Hoe snel streep je een net opgeschreven zin weg in je notitieboek? Die nauwkeurigheid is natuurlijk belangrijk, maar komt pas later in het schrijfproces aan de orde.
Tijdelijk overgaan op een ander lettertype
Deze methode is vooral handig wanneer je een tekst gaat redigeren en herschrijven. Je bent al bekend met de personages en het plot. Hoe zorg je er dan voor dat je de tekst toch met een nieuwe blik kunt bekijken?
Een oplossing: verander het lettertype van de tekst. Een tekst in Comic Sans straalt een andere sfeer uit dan een tekst in Times New Roman of Courier New. Zet je tekst in een ander lettertype en je zult zien dat je de tekst op een andere manier ervaart.
‘Plagiaat’ plegen
Ik hoor je denken: dit ga ik dus mooi niet doen want het is strafbaar, lui en bovendien valsspelen. Toch? Niet als het aan Kathy Acker lag, een Amerikaanse cultschrijver uit de vorige eeuw die al haar werk bij elkaar plagieerde volgens een methode, die men later pseudo-plagiarism is gaan noemen. Acker eigende zich teksten van verschillende bronnen toe en deconstrueerde deze vervolgens op speelse wijze. Ze liet teksten met elkaar overlappen, herschikte ze, herschreef ze, trok ze uiteen in fragmenten. Net zolang totdat er een nieuwe tekst ontstond, eentje die op zichzelf uniek was.
“I have been very clear that I use other people’s material… I’ve always talked about it as a literary theory and as a literary,” zei ze. “I do not write out of nothing, or from nothing, for I must write with the help of other texts.”
Ackers methode werpt vragen op over de complexe relatie tussen creativiteit, invloed, auteurschap en eigendom. Wanneer is er sprake van inspiratie, wanneer van beïnvloeding? Kun je nog wel origineel zijn als je door het werk van je voorgangers en tijdgenoten en voorgangers (al dan niet onbewust) wordt beïnvloed?
Pseudo-plagiarism is een ongewone maar handige methode om nieuwe stappen te zetten met je eigen tekst wanneer je even niet meer weet wat je met je plot of personages aan moet. Bestudeer boeken die qua genre sterk uiteenlopen. Haal daar fragmenten uit, vervlecht deze met elkaar en/of met je eigen verhaal, en schrijf een nieuwe tekst op basis van deze ‘plagiaatversie’.
Lijstjes maken
Ja, je leest het goed. Lijstjes maken. Oftewel: inventariseren. Je kunt ook zeggen: de methode van Georges Perec volgen: een experimentele Franse schrijver die geobsedeerd was met lijstjes. Door het opstellen van lijstjes lukte het Perec vat te krijgen op de thematiek waarvoor hij zich interesseerde: het alledaagse. Zo heette een van zijn lijstjes Poging tot een inventarisatie van het vloeibare en vaste voedsel dat ik in de loop van het jaar negentienhonderdvierenzeventig door het keelgat heb gejaagd.
Niets lijkt eenvoudiger dan een lijst maken, maar in feite is het veel ingewikkelder dan het lijkt. Het is een intuïtieve manier van schrijven. Je laat altijd iets weg. Je komt in de verleiding om over sommige dingen langer uit te weiden. Je maakt onbewust bewuste keuzes.
Al datgene waarmee jij je omringt, is zo vanzelfsprekend dat het je niet langer opvalt. Het opstellen van een lijstje helpt je om beter om je heen te kijken. Om iets te onthullen over je voorkeuren en interesses, over jezelf, de schrijver.
Prompts met juxtapositie
In noodlottige tijden waarin je geen inspiratie hebt, zijn writing prompts het ideale vertrekpunt. In het bijzonder prompts die een juxtapositie bevatten: twee of meer tegenstrijdige statements die toch een soort logische eenheid vormen door het feit dat ze nou eenmaal vlak naast elkaar zijn geplaatst, en verbonden worden met een komma.
Een test, de geur van regen.
Een verlaten scheepswerf, een kok.
Misverstand, dakdekkers, een grasveld.
Dit zijn enkele voorbeelden van prompts die een juxtapositie bevatten. Het contrast tussen de verschillende zaken dwingt je om zelf de verbanden te leggen. Maar waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Waarom niet gewoon een prompt nemen dat veel concreter is? Tja, niemand heeft gezegd dat schrijven makkelijk hoort te zijn. En bovendien, jezelf een beperking opleggen tijdens het schrijven stimuleert je creativiteit.