Ik ben tegenwoordig in een bui waarbij ik veel van mijn favoriete boeken aan het herlezen ben en dan, na het uitlezen ervan, de nood ervaar om te verkondigen hoeveel ik wel niet van deze boeken houd. Mijn meest recente herlees-slachtoffer ontsnapt hier dan ook niet aan: Fangril van Rainbow Rowell (St. Martin’s Griffin 2013).
Rowell wist mij bij mijn eerste leesbeurt van dit boek al heel sterk te bekoren, zeker met de Carry On-serie die aansluiten in de Fangirl-verse. Nadat ik recent de Manga van het boek las, en nog niet verder kon omdat alleen volume één en twee nog maar gepubliceerd zijn, restte me niet veel anders dan mijn boekenkast te trotseren en Fangirl naar boven te halen en het opnieuw te verslinden. Laat me zeggen, sommige boeken die ooit je favoriet waren en je leest ze opnieuw zijn achteraf toch niet zo goed als je dacht of geven je niet dat gevoel dat ze de eerste keer deden. Maar bij Fangirl was dat gelukkig niet het geval.
Verhaal
Cath start aan de universiteit. Een hele nieuwe wereld waar ze zelf noch klaar voor is noch zin in heeft. Cath wil schrijven, en het liefst fanfictie; zich laten opgaan in de wereld van Simon Snow terwijl zij onder haar pseudoniem MagiCath de personages een nieuw leven geeft in haar eigen versie van de Simon Snow verhalen, Carry On. Fangirl volgt Cath haar universiteit avonturen terwijl ze langzaam opbloeit en leert dat ze meer kan dan ze zelf denkt.
Herkenbaarheid
Als er iets het favoritisme van dit boek zo onderlijnt voor mij is het wel de herkenbaarheid. Na zelf pas in september mijn diploma gehaald te hebben en net Fangirl gelezen te hebben, had ik gewild dat ik dit boek eerder tijdens mijn schoolcarrière had gelezen. De eerste keer was in mijn laatste bachelorjaar en de tweede keer vorige maand, dus ik heb nooit real-time kunnen steunen op het ware hart-onder-de-riem dat dit verhaal je schenkt. Cath toont aan hoe het voelt om bang te zijn om vrienden te maken in het hoger onderwijs, hoe het voelt om je plek niet (meteen) te vinden, het thuisfront te missen, jezelf te leren kennen, wat het is om grenzen te stellen en nog zoveel meer. Dit boek illustreert al die onzekerheden waar menig mensen mee zitten wanneer ze voor de eerste keer de universiteit of hoge school trotseren en deze herkenbaarheid maakt me gewoon warm vanbinnen. Als iemand ooit aan me zou vragen “Catherine, welk boek kan mij echt een beter gevoel geven of steun geven tijdens de universiteitsjaren” (belachelijk specifieke vraag, I know) dan is het met volle overtuiging en meteen een exemplaar in de handen duwen van Rowells boek.
Schrijfstijl
Rowell schrijft op zo’n manier dat alles om je heen vervaagt en je meteen in het boek zit. Je leest niet, maar ervaart. Het is alsof er een levendige film voor je afspeelt en alles met de juiste angles en blikken kan volgen. Rowells sterkste punt, naar mijn mening, is hoe ze dialoog neerpent. Nog nooit eerder heb ik zulke goede dialoog gelezen dan in Fangirl. Dit is iets waar menig schrijver mee worstelt, het produceren van conversaties tussen personages die niet artificieel aanvoelen. Na het lezen van dit boek zou je bijna denken dat dialogen schrijven makkelijk is – Rowell heeft zichzelf meester gemaakt in deze specifieke nok van het schrijverschap.
Laatste Ophemeling
Ik heb het reeds al aangehaald, maar dit boek voelde voor mij als thuiskomen. Ik herken zoveel van mijn jongere zelf hierin en ik zeg dit met alle liefde en “het komt wel goed” van de wereld. Ik heb een aantal boeken die ik aan mensen wil aanraden, maar deze staat heel ver bovenaan.