Toen het nieuwste boek, Alleen thuis, van Carlie van Tongeren uitkwam, wist ik dat ik het meteen wou lezen! Eerder las ik ook Het is hier helemaal (niet) perfect en daar was ik grote fan van.
Alleen thuis is gebaseerd op echte verhalen van Nederlandse jongeren die niet meer thuis konden wonen.
Waar gaat Alleen thuis over?
De ouders van Lennon hebben een gezinshuis gestart om jongeren die niet meer thuis kunnen wonen, een woning aan te bieden. Voor Lennon brengt deze ingrijpende verandering een scala aan frustraties en emotionele onrust mee.
Hij maakt zich zorgen over zijn eindexamens en de langverwachte basketbalbeurs waar hij zo hard voor heeft getraind. Zijn verlangen om te ontsnappen aan het drama – en aan de irritante Juna – is overweldigend.
Juna arriveert samen met haar broertje Sylvester in Gezinshuis Boskant. Overweldigd door woede naar haar moeder, haar vele stiefvaders, haar vader en de hulpverleners, richt ze haar frustratie ook op Lennon. Toch is haar broertje Sylvester de enige constante in haar chaotische leven; hij betekent alles voor haar.
Wanneer Sylvester onverwacht naar een gesloten instelling wordt gestuurd, ver weg van Juna, valt haar wereld in duigen. Haar verdriet en angst manifesteren zich in woede, die ze vooral op Lennon afreageert. Maar al snel blijkt dat deze twee jongeren elkaar veel harder nodig hebben dan ze aanvankelijk dachten, en dat hun wederzijdse strijd kan leiden tot onverwachte verbinding en begrip.
Wat vond ik ervan?
Het verhaal wisselt af tussen het perspectief van Juna en van Lennon. Zo krijg je als lezer een volledig beeld van wat er zich afspeelt in Gezinshuis Boskant en de complexe dynamiek die er heerst. Je leest de kant van Juna die niet meer thuis kan wonen en van Lennon waarvan de ouders een gezinshuis gestart zijn. Verder staat er af en toe een hoofdstuk in dat in een andere lay-out staat, dat eigenlijk een dagboekfragment bevat van telkens een andere huisbewoner. Deze passages vormen een waardevolle aanvulling, waardoor je ook de verhalen van de andere jongeren beter leert kennen.
De hoofdstukken waren over het algemeen niet te lang en de dagboekfragmenten zorgden ook ervoor dat het boek zeer vlot leest.
Het boek is heftig, omdat het de onzekere realiteit van de jongeren die voortdurend moeten verhuizen, blootlegt – een leven dat gekenmerkt wordt door instabiliteit. Desondanks is de aanwezigheid van dit verhaal van groot belang; het biedt jongeren in vergelijkbare situaties de mogelijkheid om zich gehoord te voelen en zichzelf te herkennen in dit verhaal.
Carlie van Tongeren weet met haar boeken altijd een glimlach en een sprankje hoop te creëren, en dit boek vormt daar geen uitzondering op. Hoewel het verhaal zwaar en emotioneel geladen is, straalt het ook een boodschap van hoop uit. Haar talent om gevoelige onderwerpen op een authentieke manier neer te pennen, is werkelijk indrukwekkend. Dit is een verhaal over familie, vriendschap en jeugdzorg – een absolute aanrader!