Iedereen heeft een stem, en wel zijn eigen stem. Het zou immers maar raar zijn als alle mensen dezelfde stemtaal zou gebruiken. Dan zou je altijd hetzelfde horen. Wanneer je de telefoon opneemt, iemand je van ver roept en in nog tal van andere situaties kun je de mensen aan hun stem herkennen. Maar je hebt nog een tweede stem, je schrijversstem.
Wat is de schrijversstem?
De schrijversstem is in feite je eigen schrijfstijl. Een van je meest krachtige gereedschappen als schrijver is niet de woordenschat en de grammatica die je tot het uiterste beheerst en zelfs niet je snelle computertje waarop je al je manuscripten bewaart. Het is je schrijversstem. Jouw uniek mengsel van beschrijving, karakters van personages en de stijl die je aanwendt, maakt het mogelijk dat je tot een lezer kunt spreken via een getypte verzameling woorden. Zonder een schrijversstem kan een manuscript misschien een geweldig plot, interessante personages en een verrassend einde hebben, maar niet speciaal genoeg zijn om gepubliceerd te worden. De stem is wat de lezer ertoe aanzet zich in de bank te nestelen met een boek dat fluistert: “Aandacht. Ik ga je een verhaal vertellen!”
De schrijversstem spreekt een betovering uit op de lezers. De juiste stem maakt het werk toegankelijk; het geeft de toon en het standpunt aan die het best het schrijfmateriaal verlicht en het zelfs laat schitteren.
Uitgeverijen zijn altijd op zoek naar nieuwe schrijversstemmen. Maar wanneer je ze vraagt wat ze met een schrijversstem bedoelen, kunnen ze er toch nooit de juiste vinger op leggen. Een schrijversstem kun je jezelf niet aanleren, maar het is iets wat je kunt behalen door veel te oefenen (dat hebben we al vaker gehoord bij de schrijftips!). Je stem is er al, binnenin je schrijven, maar het kan verborgen worden door wat jij denkt dat het is. Veel schrijvers beginnen allereerst heel erg op een schrijver te lijken. Ze duiken in de synoniemenlijst op zoek naar luxe vervangingen voor alle gewone woorden, ze creëren complexe zinnen vol met bloemrijke beschrijvingen. Ze vergeten dat het doel is om met je lezers te communiceren en in plaats daarvan zijn ze verliefd op hun woorden op papier.
Grote woorden zijn niet belangrijk, maar wel de manier waarop ze samen gezet worden. De essentie van het verhaal moet erdoorheen komen. Hierbij komt vaak dat je lagen en lagen moet wegschrapen totdat je komt bij wat je de lezers echt wil vertellen. Herschrijven is de boodschap! Schrijf op dezelfde manier als je praat. Je spreekstem leidt je uiteindelijk naar je schrijversstem. Jouw schrijversstem kan veranderen naargelang je hoofdpersonage en het soort verhaal dat je schrijft. Maar hier heb je wel twee handige tips die je kunnen helpen tot dit proces.
1. Het allerbelangrijkste waarin je moet slagen, is om de lezer in het hoofd van het hoofdpersonage te krijgen en te laten zien wat het personage ziet. De lezer voelt dat hij in het verhaal is. J.K. Rowling heeft een duidelijke, authentieke schrijversstem en haar beschrijvingen zorgen ervoor dat je in het hoofd van Harry Potter belandt. Voor de ik-verteller vind ik Suzanne Collins van de Hongerspelen er echt uitspringen.
2. Zorg ervoor dat je tot het uiterste detail hetgeen verwoord krijgt wat een personage en een ervaring uniek maakt. Deze details zijn meestal simpel en erg gewoon, maar maken het verhaal echt.
De elementen van een boek – de plot, personages, setting, beschrijvingen – zijn allemaal belangrijk, maar zij geven alleen maar de voorzet. Met een schrijversstem wordt een boek meer dan een verzameling woorden op een bladzijde. De schrijversstem blaast leven in een boek en geeft het een ziel.
Oeh, interesting! Schrijven zoals ik praat? Ik denk aan boeken die ik recent heb gelezen of waarin ik nu bezig ben. Het eerste wat in me opkomt, is dat het me meer dan eens is opgevallen dat ik onder het lezen dacht: “Jeetje, wie zegt er nu zulke dingen?” Niet op een storende manier. Echter zorgde het ervoor dat ik mezelf weleens afvroeg hoe ik schrijf. Ik denk dat ik dat zelf ook doe, niet schrijven zoals ik het in real life zou vertellen.
Ik geloof dat er best een kern van waarheid in zit wat betreft het aanspreken van de lezer. We willen allemaal in verhalen gezogen worden, ons kunnen meten met (een) (hoofd)personage(s) op veel manieren. Aan een schrijver is de kunst het zo te doen dat een lezer het onbewust overkomt. Maar of het een kloof tussen boek en lezer creëert als je op een andere manier schrijft als dat je zou spreken? Ik zou het niet weten. Interessant!
Wat ik wel heel erg herken, is dat ik inderdaad vroeger probeerde op die en die schrijfster of schrijver te lijken. Tegenwoordig ben ik meer en meer content met mijn eigen manier, zeker na het lezen van stukken over de ‘stijl’. Mijn woordenschat verbreden is iets wat ik nog altijd graag doe, want ik vind dat een mens nooit genoeg woorden kan kennen. Het voegt kleur toe aan het geheel. Net als dat je altijd dezelfde stem zou horen. Je zult maar altijd en overal hetzelfde woord voor gebruiken… Bèh!
Hmm, de conclusie na het denken hierover is dat ik vooral ga voortdoen zoals ik doe. Proberen te vergelijken maakt denk ik juist dat men onbewust dingen gaat overnemen van een ander. Proberen er expres niet op te letten, maakt dat je blíjft corrigeren. Maar hoe wil je iets doen wat een ander nog nooit deed? Het zit hem in z’n geheel daarbij, dat weet ik wel. Maar er is altijd wel ún element wat een ander al heeft gedaan. Een beetje van dit en een beetje van dat. Maar de samenstelling – het geheel weer dus – maakt dat het mijn schrijfstijl is. En die kan niemand ontcijferen, daar zal misschien niet iedereen zich mee meten, maar ik weet dat een boel dat ook wel doen. Echter heb je weer een andere manier van kijken verschaft, Amélie! Weer een nieuw kritisch brilletje om op te zetten bij het lezen van een boek! =)