Jacob en zijn opa Abraham hebben altijd al een bijzondere band gehad. Vroeger vertelde Abraham zijn kleinzoon verhaaltjes over het weeshuis waarin hij is opgegroeid en liet hij geheimzinnige foto’s zien van de bijzondere kinderen die daar leefden. Kinderen die anders waren, die dingen konden die niemand anders kon. Jacob is gefascineerd door de verhalen van zijn opa, maar nu hij zestien is, gelooft hij er een stuk minder van. Hij doet de verhalen af als hersenspinsels van een gekke oude man met een oorlogstrauma. Totdat zijn opa op een gewelddadige en mysterieuze manier wordt vermoord.