Geplaatst op 1 Reactie

Maarten, Mikel of Morris?

Je hebt een idee voor een verhaal in je hoofd. De grote lijnen heb je zelfs al op papier staan. En je hebt al op scènes zitten broeden. Ook heb je je personages helder voor de geest staan. Maar je hebt alleen nog niet de juiste namen voor je personages gevonden. Hoe ga je dit aanpakken?

Natuurlijk kun je ‘gewoon’ een naam kiezen die je mooi vindt. Dat doen ouders tegenwoordig ook. Maar je geeft je verhaal meer diepgang en geloofwaardigheid als je rekening houdt met verschillen in tijd, milieu, cultuur etc.

In Limburg kiest men toch andere namen dan in Friesland. In 2012 was Mathis de populairste jongensnaam in Limburg terwijl dat in Friesland Melle was.

Is je personage de zoon van een geslaagd zakenman, dan zou Maximiliaan beter bij hem passen dan Wesley.

Probeer het niet te lastig te maken voor je lezer. Als de namen van je personages met dezelfde voorletter beginnen kan dat erg verwarrend en storend zijn. Kies dus niet voor twee vriendinnen die Carol en Cato heten, maar Carol en Maartje.

Wil je dat de naam van je personage in de hoofden van je lezers blijft hangen, maak dan gebruik van alliteratie ofwel letterrijm. Denk maar eens aan heerlijk helder Heineken en Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindenlaan. Maar ook aan Donald Duck en Mickey Mouse. Maak dus gebruik van namen als Janneke Janssen, Moreno de Mol en Valerie Vos.

Zoek uit wat de naam van je personage betekent. Het kan namelijk zijn dat de betekenis van de naam helemaal niet bij je personage past. Berend betekent bijvoorbeeld sterk als een beer. Als je personage een dunne spriet en een meeloper is die zich achter anderen verschuilt dan is Berend niet echt een geschikte naam. Een andere reden om de betekenis van een naam op te zoeken is dat de naam in een andere taal een belediging kan zijn.

Kies namen uit die goed uit te spreken zijn. De lezer moet niet struikelen over de naam van een personage. Dat wil niet zeggen dat je geen aparte namen mag kiezen. Een personage uit mijn verhaal heet Sapphire (lees Safiere) en is een dochter van zeer rijke ouders. Hier heb ik dus ook goed over nagedacht. De naam past in het milieu waar Sapphire zich beweegt. De betekenis is helder juweel. Ook dat past erg goed bij haar. Niet alleen omdat rijke mensen vaak juwelen dragen maar ook omdat ze een lief meisje is met aandacht voor haar omgeving en milieubewust is. Ze springt in de bres voor mensen die hulp nodig hebben. Een echt helder juweel dus 😉

Heb je goed over bovenstaande punten nagedacht? Dan is het tijd om op zoek te gaan naar een site met namen geschikt voor jouw verhaal. Enkele sites die je kunt gebruiken tijdens je zoektocht naar de perfecte naam voor je personage zijn (link kopieren en in je browser plakken):

– http://namen-voornamen.startpagina.nl/
– http://www.svb.nl/int/nl/kinderbijslag/kindernamen/top20/archief/2012/index.jsp
– http://www.behindthename.com/
– http://www.jongensenmeisjesnamen.nl/Betekenis.html

Veel succes met het vinden van geschikte namen voor je personages!

Geplaatst op 3 Reacties

Mindful versus Mind full

Schrijven gaat over bewust zijn. Maar wat is dat eigenlijk, bewust zijn? Volgens Wikipedia is dat: een subjectieve reflectie op indrukken uit de buitenwereld (weten van wat je ziet, hoort of voelt en daarover kunnen vertellen) of op eigen mentale processen (weten wat er in je omgaat en daarover kunnen vertellen). Anders gezegd: bewustzijn is een toestand van de geest die gekenmerkt is door een besef van het eigen ik en de omgeving.

Dat is een waarheid als een koe. Maar … hoe doe je dat, bewust zijn?

Op de eerste plaats door je indrukken op papier te zetten. Maar dat weet elke schrijver wel. Wat valt je op als je op het perron staat? Hoor je iets grappigs? Zie je bijzondere details? Komt er ineens een heftige emotie naar boven? Zie je een bijzonder gekleed iemand die zo in jouw verhaal zou kunnen kruipen? Schrijf op! Pak je telefoon, pak je notitieboekje, een papiertje en schrijf het op zodat je het niet vergeet.

Maar … niemand is altijd mindful bezig. In ieder geval ik niet. Mijn mind is regelmatig full.

Ik denk aan mijn werk, aan de boodschappen die gedaan moeten worden, wasjes die gedraaid moeten worden en aan andere beslommeringen.

Hoe ben ik dan toch bewust?

Ik las ooit dat een sterke zintuiglijke ervaring dè grote verrader is. Als we bijvoorbeeld pijn hebben dan is het moeilijk om verder te kijken dan deze observatie. Als je pijn hebt neem je een pijnstiller. Als je schoenen knellen, trek je ze uit. Als je dorst hebt drink je een glas water.

Maar, als je echt bewust wilt leren schrijven neem je geen genoegen met een pijnstiller. Je laat je knellende schoenen gewoon aan je voeten. En dat glas water, dat neem je een uur later.
En ondertussen ga je schrijven.

Hoe voelt het om die hoofdpijn te hebben? Wat doet het met je? Word je er onrustig van. Of wil je het liefst onder de dekens kruipen? Vind je jezelf beklagenswaardig? Zou er meteen een leger vrienden aan je bed moeten zitten om je te komen verwennen? Maar ook … Waar zit de pijn? Hoe voelt ‘ie? Doet het alleen pijn in je hoofd? Of voel je het ook in je nek en schouders? Gutst het zweet over je hoofd? Zie je vlekken voor je ogen. Als je voorover bukt, explodeert dan een bom in je hoofd? Ga steeds dieper in je pijn. En graaf. Deze opgravingen zijn schatten voor je verhaal van straks.

Doe dit minstens één keer per dag. Dat zorgt ervoor dat je straks een naslagwerk hebt wat een buitenaards wezen alle inzichten geeft over het mens-zijn. Maar nog meer … dat je straks een situatie op papier zet dat leest als huppelende lammetjes in de wei. Grappig en mooi, maar ook scherp en diepgaand.

Een lijst van onderwerpen om mee te beginnen:
–       Hoe voelt het om heel hard op het asfalt te smakken?
–       Hoe voelt het om hopeloos verliefd te zijn?
–       Hoe voelt het om dronken te zijn?
–       Hoe voelt de koude douchestraal op je lijf?
–       Hoe voelt het om hoognodig naar het toilet te moeten?
–       Hoe voelt het om bang te zijn?

En ga grenzen over. Raap die spin van de grond waar je bang voor bent. Voel hoe het beest voelt. Observeer, ook al zeg je instict “kill”. Knijp je blaas zo hard dicht tot je echt niet meer kunt. Als je de neiging hebt de koude straal te verwisselen voor de warme straal … wacht. Nog een minuut. VOEL!! Omarm de pijn. De ongemakken. Verlaat je comfortzone, en dan … SCHRIJF!!

Succes!

Geplaatst op 1 Reactie

De schrijversstem

Iedereen heeft een stem, en wel zijn eigen stem. Het zou immers maar raar zijn als alle mensen dezelfde stemtaal zou gebruiken. Dan zou je altijd hetzelfde horen. Wanneer je de telefoon opneemt, iemand je van ver roept en in nog tal van andere situaties kun je de mensen aan hun stem herkennen. Maar je hebt nog een tweede stem, je schrijversstem.

Wat is de schrijversstem?

De schrijversstem is in feite je eigen schrijfstijl. Een van je meest krachtige gereedschappen als schrijver is niet de woordenschat en de grammatica die je tot het uiterste beheerst en zelfs niet je snelle computertje waarop je al je manuscripten bewaart. Het is je schrijversstem. Jouw uniek mengsel van beschrijving, karakters van personages en de stijl die je aanwendt, maakt het mogelijk dat je tot een lezer kunt spreken via een getypte verzameling woorden. Zonder een schrijversstem kan een manuscript misschien een geweldig plot, interessante personages en een verrassend einde hebben, maar niet speciaal genoeg zijn om gepubliceerd te worden. De stem is wat de lezer ertoe aanzet zich in de bank te nestelen met een boek dat fluistert: “Aandacht. Ik ga je een verhaal vertellen!”

De schrijversstem spreekt een betovering uit op de lezers. De juiste stem maakt het werk toegankelijk; het geeft de toon en het standpunt aan die het best het schrijfmateriaal verlicht en het zelfs laat schitteren.

Uitgeverijen zijn altijd op zoek naar nieuwe schrijversstemmen. Maar wanneer je ze vraagt wat ze met een schrijversstem bedoelen, kunnen ze er toch nooit de juiste vinger op leggen. Een schrijversstem kun je jezelf niet aanleren, maar het is iets wat je kunt behalen door veel te oefenen (dat hebben we al vaker gehoord bij de schrijftips!). Je stem is er al, binnenin je schrijven, maar het kan verborgen worden door wat jij denkt dat het is. Veel schrijvers beginnen allereerst heel erg op een schrijver te lijken. Ze duiken in de synoniemenlijst op zoek naar luxe vervangingen voor alle gewone woorden, ze creëren complexe zinnen vol met bloemrijke beschrijvingen. Ze vergeten dat het doel is om met je lezers te communiceren en in plaats daarvan zijn ze verliefd op hun woorden op papier.

Grote woorden zijn niet belangrijk, maar wel de manier waarop ze samen gezet worden. De essentie van het verhaal moet erdoorheen komen. Hierbij komt vaak dat je lagen en lagen moet wegschrapen totdat je komt bij wat je de lezers echt wil vertellen. Herschrijven is de boodschap! Schrijf op dezelfde manier als je praat. Je spreekstem leidt je uiteindelijk naar je schrijversstem. Jouw schrijversstem kan veranderen naargelang je hoofdpersonage en het soort verhaal dat je schrijft. Maar hier heb je wel twee handige tips die je kunnen helpen tot dit proces.

1. Het allerbelangrijkste waarin je moet slagen, is om de lezer in het hoofd van het hoofdpersonage te krijgen en te laten zien wat het personage ziet. De lezer voelt dat hij in het verhaal is. J.K. Rowling heeft een duidelijke, authentieke schrijversstem en haar beschrijvingen zorgen ervoor dat je in het hoofd van Harry Potter belandt. Voor de ik-verteller vind ik Suzanne Collins van de Hongerspelen er echt uitspringen.

2. Zorg ervoor dat je tot het uiterste detail hetgeen verwoord krijgt wat een personage en een ervaring uniek maakt. Deze details zijn meestal simpel en erg gewoon, maar maken het verhaal echt.

De elementen van een boek – de plot, personages, setting, beschrijvingen – zijn allemaal belangrijk, maar zij geven alleen maar de voorzet. Met een schrijversstem wordt een boek meer dan een verzameling woorden op een bladzijde. De schrijversstem blaast leven in een boek en geeft het een ziel.

Geplaatst op 3 Reacties

Schrijfoefening: Creëer een complexe slechterik

Als het op het schrijven van fictie aankomt, hebben we allemaal onze eigen uitdagingen. Voor sommigen is het een hele strijd om met goede namen voor personages te komen. Voor anderen is het dan weer moeilijk om een realistische dialoog te schrijven. Of misschien heb je wel problemen met het schrijven van een echt goede slechterik, en dan bedoel ik eigenlijk een echte slechte slechterik. Het grappige aan schrijven is, dat het enige wat we soms moeten doen, is ons met hen vereenzelvigen, en dan krijgen we plots een hoop oplossingen. Want slechteriken zijn ook in het echte leven te vinden.

Iedereen die een goed verhaal wil schrijven, heeft een personage nodig dat op een bepaald punt spanning schept en op gespannen voet staat met de krachten van het goede. Zelfs voor dichters en non-fictie schrijvers is de bekwaamheid om een complexe slechterik te creëren een verbetering voor het schrijven.

Slechteriken zijn overal

Een vriend die je vergeet terug te bellen wordt een in zichzelf gekeerde baas die haar werknemers verwaarloost en laat overwerken. Je zus laat de melk slingeren en plots wordt ze een bankhanger die haar familie en vrienden enkel voor haar eigen voordeel gebruikt. Kijk eens rond en merk andermans gebreken op. Bedenk dan wie of wat ze zouden zijn als die gebreken worden verfraaid en vergroot zodat hun goede kwaliteiten en positieve eigenschappen overschaduwd worden. Plotseling worden slechteriken voor je geboren, de een na de ander, als een kudde van kleine, kwade trollen.

Enkele oefeningen voor het creëren van slechteriken

Deze week focussen we op het creëren van slechteriken, en voor ik tot de echte oefeningen kom vraag ik je dit: let eens goed op de mensen om je heen. Niemand is perfect. Zelfs de mensen van wie je het meest houdt hebben tekortkomingen – die je soms gek kunnen maken – die je kan veranderen en overbrengen naar het standpunt van de slechterik. Neem hun gebreken, rare trekjes, en momenten van morele achteruitgang en overdrijf ze in een personage met vervelende eigenschappen.

1. Kies een model voor jouw slechterik – een gewoon persoon, een celebrity, een crimineel uit het nieuws en onderzoek de gebreken en zwakheden van die persoon. Hoe hebben ze anderen onrecht aangedaan? Doe hun positieve trekken weg, vergroot hun negatieve trekken, en schrijf een korte schets van het personage. Wat is zijn of haar naam? Hoe ziet hij of zij eruit? Wat gaat er in zijn of haar hoofd om dat hem of haar toestaat om anderen zo slecht te behandelen?

2. Geef je slechterik een luguber verleden – wat voor verschrikkelijke dingen heeft je slechterik gedaan in zijn of haar leven? Sommige slechteriken zijn gewoon herrieschoppers; anderen zijn gestoorde psychopaten. Hoe extreem is jouw slechterik?

3. Identificeer jezelf met hem of haar – wat is er misgegaan dat jouw slechterik zo duister heeft gemaakt? Of was hij of zij gewoon zo geboren?

4. Complexe slechteriken doen goede dingen – de meest interessante slechteriken zijn niet helemaal slecht. Ze hebben een zak voor puppies of schrijven zoetsappige liefdesgedichten. Tegengestelde persoonlijke eigenschappen voegen diepte en geloofwaardigheid aan je personages toe. Beschrijf de goede kanten van je slechterik (maar maak ze niet te lang!)

5. Zet je slechterik in een scène – maar doe er zeker een dialoog bij zodat je kan uitwerken hoe je personage communiceert. Probeer om je slechterik een onderscheidende stem te geven. Is hij of zij vermomd als een van de goede? Of brengt de slechterik elke minuut van de dag door met het begaan van slechte daden?

Maar het allerbelangrijkste, zie er de lol van in! Slechteriken zijn de personages van wie we houden om ze te haten omdat ze de vervelende obstakels zijn en onze helden uitdagen om zichzelf te bewijzen. Of je nu complete bad guys schrijft zoals Lord Voldemort of meer subtiele, complexe bandieten zoals Catwoman; geef je slechteriken kleur, karakter en problemen.

En een belangrijke waarschuwing; laat ze niet te diep toe in je hoofd!

Geplaatst op 8 Reacties

Zintuiglijk schrijven

Elke schrijver wil dat de lezer zich verliest in zijn verhaal. Een aantal tips om dat te realiseren zijn al voorbij gekomen. Vandaag doen we daar een schepje bovenop door gebruik te gaan maken van onze zintuigen. Allemaal maken we gebruik van onze zintuigen. Om jouw verhaal nog geloofwaardiger te maken is het dan ook belangrijk om ‘zintuiglijk te schrijven’. We gaan vandaag dan ook laten zien hoe je dat het beste kunt doen.

Zien
We gebruiken de hele dag onze ogen. Je loopt op straat en neemt van alles waar. Een ruziënd stel op de hoek van de straat. Een menselijk standbeeld. Een billboard met daarop een mooie vrouw in lingerie. Maar we zijn ook op een andere manier visueel ingesteld. We kijken naar tv of naar ons beeldscherm. We gaan naar de bioscoop. Enzovoort.

Het is heel belangrijk om je lezer een goed beeld te geven en daar een indruk bij te schetsen. Waar is je personage? Wat ziet hij of zij? Welke beelden zijn belangrijk?

Horen
Zelf ben ik erg auditief ingesteld. Ik luister graag naar de teksten van liedjes op de radio. Ook gesprekken in bus, trein of elders vind ik erg interessant om ‘af’ te luisteren.

Zorg ervoor dat je hier in je tekst aandacht aan besteedt. Natuurlijk doe je dat door dialogen te schrijven. Maar ook door aan gesprekken te refereren. Ze vertelde me gisteren nog dat ze nog niet aan een vriendje toe was. En nu staat ze daar te flirten met Tibbe. Of door je personage een gesprek af te laten luisteren. Er zijn natuurlijk legio mogelijkheden.

Ruiken
Over ruiken zou ik hele pagina’s vol kunnen schrijven. Ik vind geur ontzettend belangrijk. ’s Morgens begint het al met het opspuiten van mijn favoriete geur Allure van Chanel. Ik kan niet zonder!! En elke dag brand ik wierook, daar kan ik echt van genieten. Maar denk ook eens aan de geur van vers gezette koffie. Of van een cake of een appeltaart die in de oven staat.
En aan de andere kant … ik kan echt gruwelen van zweetlucht.
Of … de alarmbellen die gaan rinkelen bij brandlucht.

Maak gebruik van geuren in je tekst. Zuig je lezer er je verhaal mee in. Beschrijf de geur uitgebreid en laat je lezer mee ruiken.

Proeven
Ook het zintuig proeven kun je goed in je verhaal verwerken. Laat je personage bijvoorbeeld iets proeven wat je zelf niet lust. En beschrijf dan het gevoel op de tong. De bittere smaak. Of juist zuur. Wat doet je personage. Houdt hij of zij zich groot en slikt hij of zij het vieze goedje door? Of spuugt hij of zij het uit, terwijl de rillingen over zijn of haar lichaam lopen.

Natuurlijk kun je ook overheerlijke geuren beschrijven. Aardbeien met slagroom. Warm appelgebak met kaneel. Bonbonbloc die op je tong smelt.

Leef je uit!

Voelen
Ik moet zelf altijd lachen om mijn kinderen. Die willen altijd voelen. Het maakt niet uit aan wat. Een muur. Een koekje. Aan schoenen. Make-up. Zelf hebben we die neiging niet zo. Misschien moeten we dat toch eens vaker doen. Natuurlijk weten we dat iets koud is. Of warm. Heel heet. Maar hoe voelt een glas? Glad. Toch een beetje ‘zacht’. De tafel? Hard. Met nerven of misschien glad? Voel en beschrijf dat gevoel.

Zesde zintuig: Intuïtie
Natuurlijk is het ook een must om te schrijven over intuïtie. Schrijf over het gevoel van je personage. Komt hij of zij ergens en wordt hij of zij ineens gespannen. Voelt hij of zij dat er iets staat te gebeuren? Dat het niet veilig is. Show it! Maar laat de andere kant ook zien. Dat je personage voelt dat het wel snor zit. Laat je personage iemand ontmoeten die goed (of slecht) nieuws heeft en je personage weet het al voor dat de ander het nieuws heeft kunnen vertellen.

Tot slot:

Oefening
Ik heb ooit eens, tijdens een workshop schrijven, een voorwerp aan een grondig onderzoek moeten onderwerpen. Op dat moment was dat een glas Coca Cola. Ik moest naar het glas en de cola kijken. Bruin/zwart. Bubbels. Doorzichtig. Ik moest er naar luisteren. Sissen. Ik moest voelen. Het koude van het glas. Het natte van de condens. En het natte van de cola. Daarna moest ik proeven. Lekker zoet. Koud. Prikkelend op de tong. Maar het was niet alleen de cola die ik moest proeven. Ook het glas. Koud en hard. Een beetje ‘glad’.

Probeer dat eens een paar keer. Het leukste is natuurlijk om dat te doen met een onderwerp van je personage. Leef je in. Schrijf er uitgebreid over.

Veel succes weer, schrijf ze en tot volgende week!!

Geplaatst op 5 Reacties

Show, don’t tell

De afgelopen weken hebben we al het een en ander over het schrijfproces besproken: Tips, richtlijnen, inspiratie, je personage tot leven laten komen, elementen voor een goed verhaal en het vertelperspectief.

Deze week wil ik ingaan op twee belangrijke thema’s:

  • Expliciet zijn
  • Show, don’t tell!

Wees expliciet

Wat bedoel ik met expliciet zijn …? Schrijf niet dat je personage drinkt. Nee, je personage drinkt koffie. Of nog beter, je personage drinkt een Latte Macchiato uit een groot glas met daarbovenop een laagje cacao. Op haar bovenlip heeft ze een melksnor.

Dus ook niet:

Je personage (in mijn geval Dido) heeft voor haar achttiende verjaardag een auto gekregen. Nee! Dido heeft voor haar achttiende verjaardag van haar ouders een felblauwe Renault Twingo gekregen. Met een schuifdak. En lichtmetalen velgen. Haar droomauto. Ze springt een gat in de lucht en belt meteen haar beste vriendinnen om het goede nieuws te vertellen.

Show, don’t tell!
De term zegt al wat de bedoeling is. Zeg niet wat er gebeurt maar laat het zien. Je verhaal zal beduidend aan geloofwaardigheid winnen en de lezer zal je verhaal in gezogen worden.

Laten we beginnen met een simpel voorbeeld.

Tell: Dido is verschrikkelijk boos.

Show: Dido’s wangen worden vuurrood en haar ogen spuwen vuur. Ze stampt de kamer uit en gooit de deur met een gigantische knal achter zich dicht. Zo!

Tell: Dido baalt dat het haar weer niet gelukt is om niet te snoepen. Op deze manier zal ze nooit afvallen.

Show: Dido kijkt naar de Bonbonblocverpakking. In een paar minuten tijd heeft ze bijna 1200 calorieën naar binnen gewerkt, leest ze. Met de verpakking nog in haar handen loopt ze naar de spiegel en bekijkt zichzelf uitgebreid. Haar billen zijn te dik. Door de katoenen broek heen ziet ze de putjes op haar dijen. Haar buik vertoont een bolling. Met een ruw gebaar maakt ze een prop van de verpakking en gooit deze in een hoek. Dan draait ze zich met gebogen hoofd om en sloft naar de wc. Ze kan maar aan een ding denken. Die calorieën moet weg. Dan steekt ze haar vinger in haar keel.

De lezer zal het voor waar aannemen als jij zegt dat Dido baalt omdat het haar weer niet gelukt was om niet te snoepen. Alleen zal hij of zij daar weinig emotie bij voelen. Maar als Dido haar vinger in haar keel gaat steken om de 1200 calorieën die ze net naar binnen gewerkt heeft weer te lozen, dan zal de lezer veel meer met haar begaan zijn.

De clou van Show, don’t tell is dus om de emotie van je personage niet te benoemen!

Een voorbeeld waar het expliciet beschrijven en het show, don’t tell in een scène samenkomt:
Je personage speelt een spelletje en wordt boos. Je weet nu dus dat je expliciet moet zijn en niet moet schrijven dat je personage een spelletje speelt. Nee, Dido (mijn personage) is Wordfeud aan het spelen. En nu wordt ze dus boos omdat ze alleen maar medeklinkers heeft. Dit laatste gaan we laten zien, niet vertellen.

Dido hangt op de bank met haar Blackberry in haar handen. Als ze de letters op haar scherm ziet verschijnen begint ze te vloeken. Alleen maar medeklinkers. Ze speurt het scherm af op zoek naar een mogelijkheid om toch een woord te vormen. Maar niets. Alweer niet. Ze moet nu voor de derde keer passen. Grommend drukt ze op de Resign knop. Dan staat ze op en smijt haar smartphone op de bank. Weg met het stomme spel! Ze gaat nooit meer Wordfeud spelen.

We hopen dat we jullie met deze tips weer wat handvaten gegeven hebben om jullie verhaal nog beter te maken. Succes!

Geplaatst op 3 Reacties

Elementen voor een goed verhaal: makkelijke tips om te beginnen

Iedere schrijver wil schrijven op zo’n manier dat lezers het verhaal in gezogen worden. En dat lezers even kunnen ontsnappen aan de werkelijkheid en dat ze niet meer kunnen stoppen met lezen. Om jullie schrijvers op weg te helpen, geven we je enkele suggesties waarmee je een succesvol verhaal kunt schrijven.

Het begin van een verhaal

De eerste bladzijde van een verhaal is ontzettend belangrijk en zorgt ervoor dat je lezers, ofwel willen doorlezen tot het eind, of het na een paar hoofdstukken al voor gezien houden en je boek wegleggen in een hoekje. Wanneer je dus je lezers in je verhaal wilt vangen, zijn de eerste paar regels heel erg belangrijk, want in die eerste paar regels moet jij je verhaal verkopen. Jij moet ervoor zorgen dat de aandacht van de lezer al vanaf de eerste pagina wordt gegrepen. Dit kun je doen door het begin van het verhaal een soort gevoel of emotie mee te geven dat belangrijk is voor de rest van verhaal. Bedenk dat het begin van je verhaal een trailer van een film is of een kort interview. De eerste paar zinnen, geven een eerste indruk. Ook al is de rest van je verhaal nog zo goed, als die eerste paar zinnen niet blijven hangen, dan heb je grote kans dat de rest van je verhaal niet gelezen wordt.

Tip: begin je verhaal met iets spannends, of een gebeurtenis dat vragen oproept, of een heftige emotie waar de lezer nog niet precies de oorzaak van weet.

Blijf een klein beetje mysterieus

Iedereen heeft een nieuwsgierige kant, en hier gebruik van maken is een goede manier om je lezers je verhaal in te trekken. Het schrijven van een beetje mysterie in je verhaal – wat het genre ook moge zijn – is wat je nodig hebt om de aandacht van de lezer te vangen. Een goed verhaal laat de lezer zich afvragen wat er verder gebeurt. Het maakt het moeilijk voor de lezer om het verhaal weg te leggen. Een voorbeeld hiervan is de eerste regel in Hemingway’s A Moveable Feast. Die begint met “Then there was the bad weather”. Deze eerste zin doet de lezer meteen al afvragen wat er voor het slechte weer kwam  is gebeurd. De lezer wil verder lezen om hierop een antwoord te krijgen.

Ga onmiddellijk over tot actie

Zorg dat het begin van je verhaal een spanningselement heeft, ga over tot een soort van actie. Een lezer verliest anders veel te snel zijn aandacht. Zeker als er niets interessants gebeurt aan het begin van een verhaal. Een verhaal dat meteen ergens midden in de verhaallijn begint, zorgt ervoor dat de lezer zijn aandacht bij het verhaal vasthoudt. Lezers willen niet wachten tot het laatste moment om de sappige details te horen. Dat is in de echte wereld ook niet zo, en ook niet in verhalen. Het moet spannend zijn, er moet iets verteld worden. Daarbij, als je meteen ergens in het midden van een verhaal begint, brengt dat ook wat extra spanning mee. De lezer wil weten wat er aan vooraf is gegaan. Hij heeft vragen waar hij antwoorden op wil, hij is nieuwsgierig en hierdoor blijft de lezer geboeid.

Herkenning

Het beschrijven van personages, scenario’s, en plaatsen is een goede manier om ervoor te zorgen dat lezers geboeid blijven. Als je over zoiets schrijft, kunnen lezers een duidelijk beeld in hun gedachten scheppen van een bepaalde omgeving, of ze kunnen zich verplaatsen in de karakters. Beschrijf bijvoorbeeld die leuke winkelstraat in Parijs. Wellicht zijn enkele van je lezers hier weleens geweest en kunnen ze een goed beeld scheppen van de winkelstraat. Als lezers iets van herkenning vinden in je verhaal of zich kunnen identificeren met de personages is het voor lezers veel interessanter om het verhaal te lezen.

Het maakt niet uit in welk genre je schrijft, zelfs in fantasy-verhaallijnen kunnen universele momenten in voorkomen, waardoor je betekenisvolle dialogen krijgt. Door dicht bij de realiteit te blijven, of het nu gaat om dialogen tussen twee personages of om echt bestaande plaatsen, schep je een band tussen de lezer en het verhaal. Als je deze elementen in je achterhoofd houdt, kun je een verhaal schrijven dat lezers zal intrigeren.

Veel success met schrijven!

Geplaatst op 3 Reacties

Inspiratie: De allereerste stap voor het schrijven van een young adult

Je bent gek van young adults: je koopt ze per tien, verslindt ze en hunkert naar meer. Je houdt van schrijven en droomt ervan zelf zo’n young adult op papier te kunnen zetten. Vorige keer leerde je waar je precies op moet letten. Nu ben je helemaal klaar om te beginnen. Of toch bijna. Want om te beginnen heb je een hoofdingrediënt nodig: inspiratie.

Gewoon even neerzitten in de sofa voor je laptop of aan de tafel met je schrijfblok en beginnen met schrijven, dat werkt niet zo goed. Natuurlijk zijn er uitzonderingen die zo een heel boek kunnen neerschrijven. Mijn techniek is het niet. Je hebt misschien een ideetje, bijvoorbeeld jongen voelt zich aangetrokken tot meisje dat de omgeving rondom haar lijkt te betoveren. Maar enkele bladzijden later merk je dat je niet verder komt, dat het verhaal nergens naar leidt of dat het gewoonweg niet origineel is. Dat komt omdat je niet genoeg inspiratie hebt.

Hoe kom je aan inspiratie?

Inspiratie is niet bepaald iets dat zomaar komt aanfladderen uit het niets. J.K. Rowling, de auteur van de succesvolle Harry Potter-boeken, beweert dat het idee over een jongen die niet weet dat hij een tovenaar is naar een toverschool gaat volledig gevormd in haar hoofd stroomde tijdens een treinrit  met vier uur vertraging. Daarna bleven ideeën voor personages, vakken… opkomen. Dat klinkt als een mooie ervaring, maar je kunt niet verwachten dat er zomaar inspiratie voor een topverhaal komt binnenstromen. Je moet er naar op zoek gaan.

Voorbeelden

Om goed te schrijven, moet je ook veel young adults lezen. Lees zoveel mogelijk soorten young adults, zoals fantasy, maatschappelijke problemen of romantiek. Probeer alles uit. Vind het genre dat jij het leukste vindt om te lezen. Boeken die je in een gelukzalige staat brengen en de wereld om je heen doen vergeten. Heb je een bepaald genre gevonden dat je helemaal ligt? Goed zo! Zoek uit welke boeken binnen dit genre echt goed zijn en lees ze allemaal.

Wat spreekt jou aan?

Tijdens het lezen van een boek dat je echt geweldig vindt, moet je eens nagaan wat je er precies zo goed aan vindt. Welke hoofdstukken spreken jou het meest aan? Welke soort personages vind je het leukst? Dat kunnen degene zijn die een duister kantje hebben, of net de personen die een tikkeltje gestoord overkomen. Bij welke passages denk jij ‘MEER!’? Als je fan bent van avonturenromans, kan je misschien geen genoeg krijgen van piratenverhalen. Of houd je meer van bovennatuurlijke verhalen, dan kan het zijn dat je dat gelukzalige gevoel krijgt bij het idee rond geesten. Dit is dan waarschijnlijk ook het soort verhaal waarin je zelf verder wilt. Dankzij lezen ontwikkel je niet alleen vanzelf al een mooie schrijfstijl, onwillekeurig doe je ook inspiratie op voor je eigen verhalen.

Oefenen, oefenen, oefenen

Begin klein. Mensen die veel lezen en een passie voor schrijven hebben, hebben ook een enorme fantasie. Gebruik die fantasie zoveel als je kan. Bedenk na het kijken van een film of het lezen van een boek hoe jij het zou hebben laten eindigen. Maak tijdens het beluisteren van een liedje een scène in je hoofd. Overal en op eender welk moment kun je jouw fantasie de vrije loop laten: tijdens het eten, douchen, sporten, vervelen… Bedenk wat er allemaal kan gebeuren terwijl je een wandeling maakt. Fantaseer over de manieren waarop je zou bevrijd kunnen worden van het saaie werk of de vervelende leraren. Kijk in de bus/bibliotheek/het pretpark naar de mensen om je heen en knobbel uit wie ze zijn en wat ze willen bereiken. De wereld is een boek dat voor je open ligt. Inspiratie komt niet zomaar, je moet je fantasie trainen. Hoe meer ideeën je zelf creëert, des te meer invallen in je opkomen.

Verlies je in je eigen wereld

Je weet wat je wilt schrijven en je hebt je fantasie getraind. Hoe moet het nu verder? Het is tijd om op inspiratiejacht te gaan. In het begin van dit artikel vertelden we je dat J.K. Rowling haar idee voor Harry Potter kreeg tijdens een vier uur lange treinrit. Dus wat is het laatste ingrediënt voor een inspiratiebui? Tijd. Als je druk bezig bent met werken, je je moet concentreren voor een proefwerk of een druk schema hebt dat moet opgevolgd worden, is er weinig plaats voor inspiratie in je hoofd. Dus zoek een moment uit wanneer je niets te doen hebt en je jezelf de tijd kunt gunnen om je te concentreren op je toekomstig verhaal. Een rustig plekje kan ook wonderen doen. Ontdek een plaats waar je helemaal tot rust komt, zoals de zolder, het bos of misschien op je eigen wc. Laat alles los en denk alleen nog maar aan wat jij de wereld vertellen wil. Ga op reis in je hoofd, wees de personages die je wilt neerschrijven, verlies jezelf in je eigen wereld.

Schrijf het niet te snel op

Wanneer je plots in een bui van inspiratie terechtkomt, heb je de drang om zo snel mogelijk alles wat in je opkomt op te schrijven zodat je het zeker niet vergeet. Maar als je te snel jouw ideeën opschrijft, is de kans groot dat je al snel deze inspiratie verliest en niet alles eruit haalt. Dus wees niet te snel met opschrijven. Denk na over de structuur van je verhaal, de concepten, de conclusies en de manier hoe jij het wil uitwerken voordat je iets op papier zet.

Gevonden wat je zocht?

Mooi zo! Veel plezier in je eigen fantasiewereld, een van de meest fantastische plekjes die je je kunt voorstellen. Als je eindelijk een goed idee te pakken hebt, moet je er natuurlijk mee aan de slag. Iedere schrijver heeft zijn eigen manier. De een vindt het fijner om direct te beginnen en het verhaal te laten leiden, de andere werkt beter met schema’s per hoofdstuk. Lees volgende week verder om meer te weten te komen over de verschillende manieren van het aanpakken van een verhaal.

Tot schrijfs!